De sterfdatum van James “T-Model” Ford leverde geen
problemen op, de plusminus 93-jarige overleed op 16 juli 2013. Bij zijn
geboortedatum lag dat anders. Ford had geen idee, volgens hem was het ergens
tussen 1920 en 1923. Hij werd in diepe armoede geboren in Forest, Mississippi.
Als kind werd hij door zijn vader zo vaak en zo grondig afgeranseld dat hij een
testikel verloor. Hij bezocht geen enkele school en bleef zijn hele leven analfabeet. Zijn levensonderhoud verdiende
hij door op het veld te werken of hand en spandiensten te verrichten. Als
jongeman kreeg hij tien jaar cel omdat hij een man tijdens een kroeggevecht had
gedood. Ford hield vol dat het zelfverdediging was geweest en die claim
bepaalde de strafmaat. Na twee jaar werd zijn vonnis ongedaan gemaakt. De
littekens van de chaingang, de dwangarbeid door gevangenen in lange geketende
rijen, bleven zijn leven lang zichtbaar op zijn enkels. De stijl van T-Model
Ford was rauw en ongepolijst. Ford zelf gaf aan dat hij pas in de tweede helft
van zijn leven, op 58-jarige leeftijd, gitaar begon te spelen. Zijn vijfde
vrouw verliet hem en gaf hem ter afscheid een gitaar. Hij begon op het
instrument te tokkelen en zong erbij, terwijl hij de hele nacht whiskey dronk.
Zo begon een van de meest vreemde carrières in de blues. De erkenning kwam niet
onmiddelijk.
Zijn optredens waren in de eerste jaren beperkt tot de
juke-joints, de bars en kleine dance halls voor Afro-Amerikanen op het
platteland van Mississippi. Zijn muzikale loopbaan zou waarschijnlijk nooit
verder dan dit plaatselijke circuit zijn gekomen, wanneer niet Matthew Johnson,
een vers afgestudeerde van de Ole Miss University, Ford zag optreden en hem in
1995 een contract aanbood voor zijn platenlabel Fat Possum. Fat Possum had toen al in belangrijke mate commercieel succes met twee
andere bluesveteranen uit de Mississippidelta, RL Burnside en Junior Kimbrough.
Met T-Model Ford kreeg het label een musicus die authentiek
en tegelijkertijd primitief was en aan het ideaal van “punk rock blues” voldeed.
Op zijn debut album Pee-Wee Get My Gun uit 1997, werd Ford
uitsluitend begeleid door Spam, een plaatselijke drummer, die een zeer
eenvoudig drumstel bespeelde. Ford was toen al ouder van zeventig jaar. Het duo
speelde in de hill-country style van Noord- Mississippi, die bestond uit een
hypnotiserende boogie groove waarover Ford half praatte, half zong en
schreeuwde. In America, Europe en Japan mocht het album op een warm onthaal rekenen
en voor de eerste keer in zijn leven verliet Ford Mississippi om op toernee te
gaan. Eenmaal in het circuit van optredens, toernees en interviews merkte hij
dat journalisten meer dan gewone belangstelling hadden voor zowel zijn
levensverhaal als voor de brutale, vaak platvloerse humor waarmee hij zijn
songs doorspekte.
Ford mocht misschien geen man van de wereld zijn, maar hij
vervulde de rol van bluesmuzikant met veel bravour, zowel op festivals als in
de concertzalen. Eens trad hij in het Barbican centre in London op in een
rolstoel. In de tien jaar volgende op zijn eerste album bracht hij nog vier
albums uit. Op het album The Ladies Man uit 2010 vatte hij zijn leven samen,
waarbij de nadruk werd gelegd op zijn zes huwelijken en de 26 kinderen van wie
hij het vaderschap erkende. Geen slechte score voor een man met een testikel. Door
de jaren heen veranderde er weinig aan zijn geluid. Terwijl andere veteranen
uit het bluescircuit hun stijl vaak aanpasten, bleef hij zijn eigenzinnige
stijl trouw. Tijdens zijn carrière als laatbloeier bleef hij met inzet werken
en bleef genieten van zijn succes. Hij trad op in de documentaire You Hear Me
Laughin’ uit 2002 en cartoonist Joe Sacco vereeuwigde hem voor het tijdschrift Vanity
Fair. In 2008 kreeg hij een pacemaker en in 2010 kreeg hij een
kleine beroerte. Hij bleef optreden, hoewel een volgende beroerte in 2012 hem
ernstig beperkte. Vastbesloten tot het laataste toe, probeerde hij van tijd tot
tijd op in Mississippi op te treden.
UPDATE:
UPDATE:
Bijdrage: C.P. Vincentius
Reacties
Een reactie posten