Wie op You Tube simpelweg Clare Fischer intikt, krijgt een dikke oudere heer in korte broek en slecht verzorgde laarsjes te zien, die een fenomenale versie van Sentimental Lady van Duke Ellington ten beste geeft. Het betreft hier Clare Fisher, een pianist, arrangeur, componist en bandleider die vanaf de late jaren vijftig een onmiskenbaar stempel op de jazz en jazzgerelateerde muziek heeft gedrukt. Zijn muzikale opleiding begon op de basisschool met viool en piano. Op zevenjarige leeftijd kreeg Fischer zijn eerste lessen in harmonie. Na twee jaar pianolessen componeerde hij klassieke muziek. Bovendien arrangeerde hij voor dansorkesten in de regio van Grand Rapids, Michigan. Eenmaal op South High School kreeg hij les op cello, klarinet en saxofoon. Zijn muziekleraar op de high school, Glenn Litton, toonde een meer dan normale belangstelling voor het talent van de jongen. Omdat het gezin Fischer het financieel niet breed had, gaf Litton de jonge Fischer gratis lessen in muziektheorie, harmonie en orkestratie. Fischer leverde orkestratie en kopiëren van bladmuziek als tegenprestatie. Zodra de concertband van de high school een instrument nodig had, droeg Fischer er zorg voor dat het instrument er kwam, compleet met speelmethode. Hierdoor kreeg hij een training in orkestratie die later zijn waarde bewees.
Op vijftienjarige leeftijd begon Fischer met een eigen band, waarvoor hij zelf de arrangementen schreef. In 1947 begon hij met een studie muziekcompositie en theorie aan de Michigan State University. In zijn tienerjaren waren er geen beurzen beschikbaar voor pianolessen. Hij was daardoor op dit instrument goeddeels autodidact. Zijn hoofdinstrument was cello, zijn tweede instrument piano. Later wisselde hij en werd piano hoofdinstrument en klarinet tweede instrument. In 1951 studeerde hij af en in 1952 kreeg hij een oproep voor het leger. Tijdens de basistraining in Fort Leonard Wood, Missouri, speelde hij altsaxofoon in het militaire orkest en beëindigde hij zijn dienstplicht als een arrangeur voor de U.S. Military Academy Band in West Point, N.Y. Na de militaire dienstplicht keerde hij terug naar Michigan. In 1955 ontving hij de titel Master of Music.Fischer. Hij verhuisde naar Detroit, Michigan, waar hij na een concert zijn diensten aanbood aan The Hi-Lo's. Vijf jaar lang was hij de pianist voor de groep en arrangeerde zijn eerste vocale arrangementen. Hij was als pianist en arrangeur was hij betrokken bij de opnamen van diverse albums van The Hi-Lo’s. Herbie Hancock verklaarde over deze arrangementen: ..by the time I actually heard The Hi-Lo's., I started picking that stuff out; my ear was happening. I could hear stuff and that's when I really learned some much farther-out voicings -like the harmonies I used on 'Speak Like A Child' -just being able to do that. I really got that from Clare Fischer's arrangements for the Hi-Lo's. Clare Fischer was a major influence on my harmonic concept..He and Bill Evans, and Ravel and Gil Evans, finally. You know, that's where it really came from. Almost all of the harmony that I play can be traced to one of those four people and whoever their influences were.’
Terwijl hij nog voor The Hi-Lo's werkte, arrangeerde Fischer een album voor trompettist Donald Byrd, waarop bijna al te bekende standards een nieuwe, melancholische toets kregen door het gebruik van strijkers en harp. Dit album, September Afternoon, bleef gedurende vijfentwintig jaar bij de platenmaatschappij op de plank liggen. Donald Byrd speelde zijn kopie bij Dizzy. Gillespie en deze vroeg aan Fischer op zijn beurt voor zijn album "Portrait of Duke Ellington". Deze plaat werd goed ontvangen. In 1960 arrangeerde en produceerde Fischer platen van vibrafonist Cal Tjader en pianist George Shearing. In de volgende acht jaar schreef Fischer veel commercials en maakte hij platen onder zijn eigen naam voor Pacific Jazz Records: "First Time Out", "Surging Ahead", "Manteca" en "Extension", plus opnamen met Bud Shank en Joe Pass. Deze eerste platen zijn diepgaande studies in jazz, bossa nova en mambo, maar gecombineerd met de harmonische mogelijkheden van Bach, Sjostakovich en Stravinsky. Critici waren enthousiast, maar de verkoopresultaten vielen danig tegen. Fischer presenteerde zich zowel als pianist als arrangeur en bovendien als componist van zijn meest bekende stukken "Pensativa" en "Morning". Die vele talenten bleken bepaald geen voordeel. ‘Zodra ik met een trio speelde, zeiden mensen dat ik veel aan Bill Evans te danken had. Het was iemand die ik toen nog nooit had horen spelen. Mijn grote voorbeeld in die tijd was Lee Konitz. Zodra ik de orkestratie van een plaat had verzorgd, meende men dat ik Gil Evans kopieerde. Ik noemde het toen maar mijn Evans Brothers Syndrome.’
Ooit als zestienjarige had Clare Fischer een pijporgel bespeeld. In de zestiger jaren begon hij opnieuw, met de toen gangbare Hammond B-3. Eerst met een plaat onder eigen naam, toen een met Cal Tjader, Soña Libre. Jaren later, in 1972, nam Fischer "T'DAAA" op, waarmee hij zijn vaardigheid op de Yamaha EX-42 demonstreerde. In 1977 keerde hij met "Clare Declares" (1977) terug naar pijporgel. De fascinatie van Clare Fischer voor Latin had alles te maken met zijn studiemakkers op de Michigan State University. Hiervan waren velen van Latijns Amerikaanse afkomst. Met de muziek van Tito Puente, Tito Rodriguez, Machito en anderen raakte hij daarom al vroeg vertrouwd. Dat ging zover dat hij bovendien in het Spaans geïnteresseerd raakte en die taal als tweedegraads aan zijn studie toevoegde. Toen Fischer in 1958 naar Hollywood verhuisde, vertoefde hij veel in East Los Angeles om meer Latin Jazz te spelen en er van te leren. Hij begon in een charanga groep, geleid door Modesta Duran en speelde daarnaast bij diverse andere groepen Tezelfdertijd wekten de platen van Elizate Cardoso zijn interesse voor Braziliaanse muziek. Direct gevolg: de compositie "Elizete".Het lag in de lijn der verwachtingen dat Fischer de eerste Amerikaanse Bossa Nova zou opnemen. Dat deed hij met Cal Tjader.
In 1975 had Clare Fischer tien jaar studiowerk gedaan en had diverse platen gemaakt die weliswaar in artistiek opzicht geslaagd waren, maar buiten de belangstelling van het grote publiek lagen. Hij begon vrijwel tegelijkertijd met Chick Corea en Herbie Hancock met keyboards te experimenteren tijdens de hernieuwde samenwerking met vibrafonist Cal Tjader. Die reünie betekende een impuls voor de belangstelling welke Fischer voor Latin Jazz had. Hij formeerde zelf een groep, Salsa Picante, die een verscheidenheid van stijlen combineerde. Later voegde hij de vocal group 2+2 aan het geheel toe. De plaat 2+2 kreeg een Grammy in 1981. Nadat hij "And Sometimes Voices" en "Free Fall" met de vocal group "Free Fall had opgenomen werd de plaat "Free Fall” genomineerd in drie categorieën en kreeg een Grammy in de categorie “Best Jazz Album By A Vocal Duo Or Group" in 1982."Crazy Bird" was de volgende plaat met een puur instrumentale formatie en met "Alone Together", maakte Fischer een solo pianoalbum voor Hans Georg Brunner-Schwer en diens Duitse platenlabe MPS Records. De platen die Fischer voor MPS maakte, werden later heruitgebracht op Discovery Records.
Een heel ander aspekt van de loopbaan van Clare Fischer was zijn werk voor popgroepen. Zijn zoon, André Fischer, was drummer bij de band Rufus met zangeres Chaka Khan. ‘Blijkbaar vonden de arrangementen, die ik voor eerdere platen maakten weerklank, want ik werd in de jaren daarop uitsluitend ingehuurd door zwarte artiesten.’ Zo werkte Fischer onder meer met The Jacksons, Earl Klugh, The Debarges, Shot-gun en Atlantic Star. De muren van zijn werkkamer raakten geleidelijk aan vol met de gouden en platinum platen. Het zwaan-kleef-aan-effect gold ook hier. Popartiesten als Paul McCartney, Prince, Celine Dion en Robert Palmer maakten van zijn diensten als arrangeur gebruik. In aansluiting werden de platen van Prince gebruikt als muziek bij de films Under the Cherry Moon, Graffiti Bridge en in Spike Lee's Girl 6. In december 2005 kwam Prince met de single "Te Amo Corazon," een mediumtempo Latin jazznummer, met strijkersarrangementen van Fischer.
Naast zijn voetsporen in de lichte muze nam Fischer de tijd voor andere projecten. Zo schreef hij in opdracht van de klassieke musicus Richard Stoltzman in 1983 een symfonisch werk gebaseerd op thema’s van Duke Ellington en Billy Strayhorn. Het resultaat, "The Duke, Swee'pea and Me", was een orkestwerk van elf en een halve minuut en werd door Richard Stolzman met een symfonieorkest diverse malen vertolkt. In 1995 kwam ”Just Me” op de markt, een Concord Jazz CD met Fischer, solo piano. Daarop aansluitend kwam in 1997 de cd “Rockin' In Rhythm”.uit van zijn Latin-jazz formatie plus zes zangers, nu opererend onder de naam "Clare Fischer & Friends”. De Nederlandse bijdrage kwam van twee pianisten, Cor Bakker en Bert van den Brink, met hun hommage DeClared uit 1993, waarop zij negen composities van Clare Fischer vertolkten.In 1991 en 1997 maakte het Nederlandse Metropole Orchestra onder leiding van Rob Pronk en Vince Mendoza opnamen die verder uitgebracht onder de titel The Latin Side. Vermeldenswaard is ook de recente cd met de heruitgave van Art Pepper's Tokyo Debut op het Galaxy label in 1995. Met het commerciële werk voor artiesten als Michael Jackson, Amy Grant, Paula Abdul, Natalie Cole en Chaka Khan financierde Fischer een eigen, peperdure band van twintig koperblazers, "Clare Fischer's Jazz Corps". Hartfalen maakte een einde aan een lang leven vol mooie muziek.
Bijdrage: C.P. Vincentius
De compositie die achter de gesproken intro en outro van de presentator wordt gespeeld is heet Carnival en werd voor het eerst opgenomen door The Hi-Lo's, met Clare Fischer als pianist. Het nummer staat op THE HI-LO'S HAPPEN TO BOSSA NOVA, heruitgebracht in 2002 op THE HI-LO'S ON REPRISE. Het nummer werd ook gecoverd door Sergio Mendes in 1966 op diens THE GREAT ARRIVAL.
Bud Shank, alto sax; Clare Fischer, piano; Gary Peacock, bass; Larry Bunker, drums; Frank Guerrero, tambourine, performing in 1962.
Reacties
Een reactie posten