Met redelijke zekerheid mag worden gesteld, dat Sam Most een van de eerste jazzmusici was die soleerde op de dwarsfluit. Het was Leonard Feather die Most als zodanig kwalificeerde en hij vervolgde:'Hoewel zijn speelwijze niet correct is, gemeten aan de klassieke maatstaven, is Most een ritmisch betrokken vertolker wiens pittige en grappige stijl geen problemen heeft met akkoordwisselingen en altijd goed is voor een paar prachtige geconstrueerde solo's.'
Het simultaan neuriën en noten spelen op de fluit is een speelwijze waarvan veel collega-fluitisten aangaven dat Most degene was die dit stijlelement introduceerde. In de vroege vijftiger jaren van de vorige eeuw onttwikkelde hij deze speelwijze, nadat hij ontdekte dat hij zo zachter kon spelen met zijn instrument. Zachter spelen was wenselijk in zijn appartement in New York tijdens het oefenen. 'Ik ontdekte die techniek, terwijl ik in de klerenkast stond, zo kon ik mijzelf horen zonder de buren te storen.' Ook voor het zingen van een goede scat was Sam Most altijd te vinden.
Most werd op 16 december 1930 geboren in Atlantic City. Zijn ouders waren immigranten uit Litouwen en ondersteunden de muzikale interesse van hun kinderen. Naast Sam werd ook zijn broer Abe jazzmuzikant. Sam studeerde aan de The Manhattan School of Music voor hij in 1948 op achttienjarige leeftijd zijn loopbaan begon bij Tommy Dorsey. Sindsdien speelde hij bij qua stijl uiteenlopende artiesten en ensembles, zoals Donald Byrd, Herbie Mann en Charlie Mingus. Andere fluitisten zoals Hubert Laws, Roland Rahsaan Kirk en Yusef Lateef wezen naar Most als hun grote voorbeeld. Naast fluit speelde Most ook piano, saxofoon en klarinet. Eind veertiger, begin vijftiger wekten de snelle tempo´s en improvisaties van Charlie Parker en Dizzy Gillespie zijn interesse.
In 1953 werd zijn eerste plaatopname "Undercurrent Blues" uitgebracht. Door deze opname werd Sam Most, althans volgens de New Grove Dictionary of Jazz, de eerste bopfluitist. In 1954 werd Most door de lezers van Downbeat tot "New Star" gekozen. Most leidde zijn eigen bands en speelde met andere formaties, zoals bijvoorbeeld die van Buddy Rich in 1959. Na een wereldtoernee met Rich in 1961 door onder meer Zuid-Amerika vestigde hij zich in Los Angeles. Hij maakte meer dan twintig platen voor labels als Debut, Bethlehem, Vanguard en Xanadu en werkte als studiomuzikant bij opnames van Terry Gibbs, Red Norvo, Louie Bellson, Paul Quinichette, Clare Fisher, Tal Farlow, Ray Charles en Frank Sinatra.
In de laatste vijf jaar van zijn leven was Most weer actief als leider van zijn eigen formatie en maakte hij daarmee vanaf 2008 vier platen. Op 13 juni 2013 overleed Sam Most. Hij laat zijn tweelingzus Ruth Labensky, zijn broer Bernard en een jongere zuster Fran Tutshen achter. Zijn broer Abe overleed eerder in 2002.
Bijdrage C.P. Vincentius
Most werd op 16 december 1930 geboren in Atlantic City. Zijn ouders waren immigranten uit Litouwen en ondersteunden de muzikale interesse van hun kinderen. Naast Sam werd ook zijn broer Abe jazzmuzikant. Sam studeerde aan de The Manhattan School of Music voor hij in 1948 op achttienjarige leeftijd zijn loopbaan begon bij Tommy Dorsey. Sindsdien speelde hij bij qua stijl uiteenlopende artiesten en ensembles, zoals Donald Byrd, Herbie Mann en Charlie Mingus. Andere fluitisten zoals Hubert Laws, Roland Rahsaan Kirk en Yusef Lateef wezen naar Most als hun grote voorbeeld. Naast fluit speelde Most ook piano, saxofoon en klarinet. Eind veertiger, begin vijftiger wekten de snelle tempo´s en improvisaties van Charlie Parker en Dizzy Gillespie zijn interesse.
In 1953 werd zijn eerste plaatopname "Undercurrent Blues" uitgebracht. Door deze opname werd Sam Most, althans volgens de New Grove Dictionary of Jazz, de eerste bopfluitist. In 1954 werd Most door de lezers van Downbeat tot "New Star" gekozen. Most leidde zijn eigen bands en speelde met andere formaties, zoals bijvoorbeeld die van Buddy Rich in 1959. Na een wereldtoernee met Rich in 1961 door onder meer Zuid-Amerika vestigde hij zich in Los Angeles. Hij maakte meer dan twintig platen voor labels als Debut, Bethlehem, Vanguard en Xanadu en werkte als studiomuzikant bij opnames van Terry Gibbs, Red Norvo, Louie Bellson, Paul Quinichette, Clare Fisher, Tal Farlow, Ray Charles en Frank Sinatra.
In de laatste vijf jaar van zijn leven was Most weer actief als leider van zijn eigen formatie en maakte hij daarmee vanaf 2008 vier platen. Op 13 juni 2013 overleed Sam Most. Hij laat zijn tweelingzus Ruth Labensky, zijn broer Bernard en een jongere zuster Fran Tutshen achter. Zijn broer Abe overleed eerder in 2002.
Bijdrage C.P. Vincentius
Reacties
Een reactie posten