Doorgaan naar hoofdcontent

Mickey Baker 1925 - 2012


Op 27 november van dit jaar stierf gitarist Mickey Baker nabij Toulouse in Montastruc-la-Conseillère, Frankrijk op 87-jarige leeftijd. Baker, officieel MacHouston Baker en in de muziekwereld bekend als Mickey Baker of Mickey "Guitar" Baker was een Amerikaanse gitarist, die op 15 oktober 1925 in Louisville, Kentucky werd geboren. Algemeen geldt hij als de gitarist die samen met Bo Diddley, Chuck Berry en Ike Turner de brug sloeg tussen rhythm & blues en rock 'n roll. Zijn gitaarmethode, vervat in een serie boeken, The Complete Course in Jazz Guitar, is een must voor jazzgitaristen en wordt al vijftig jaar regelmatig herdrukt.



De jeugd van Mickey Baker was geplaveid met armoede. In 1936, op 11-jarige leeftijd, werd hij in een weeshuis geplaatst. Zijn alleenstaande moeder was alcoholiste en niet in staat haar kind op te voeden. Hij liep vaak weg en moest door de directie van het weeshuis vaak honderden kilometers verder worden opgehaald in St. Louis, New York City, Chicago of Pittsburgh. Uiteindelijk gaf het weeshuis de moed op en bleef Baker op 16-jarige leeftijd in New York als bordenwasser. Nadat hij een tijdlang had rondgehangen in de biljarthallen rond 26th Street hield hij op met regelmatig werk en werd hij een beroepsbiljarter. 

Toen hij 19 jaar werd, nam Baker zich voor om zijn leven te veranderen. Hij keerde terug naar het bordenwassen en was vastbesloten om jazzmusicus te worden. Zijn eerste keus was trompet, maar met zijn veertien dollar kon hij bij de pandjeshuizen alleen terecht voor een gitaar. Hij schreef zich in bij The New York School of Music, maar vond het lesprogramma te langzaam. Hij schreef zich uit en besloot zichzelf les te geven. Ook dat streven gaf hij al gauw op. Zes maanden later ontmoette hij op straat een gitarist die hem aanmoedigde weer te gaan spelen. In de daarop volgende jaren nam hij lessen bij diverse leraren. Zoals veel musici toentertijd probeerde hij zijn op instrument te spelen in de trant van Charlie Parker. Hij zette door.

Rond 1949 had Mickey Baker zijn eerste combo en enkele weinig betaalde optredens. Hij besloot naar de Westkust te verhuizen, maar kwam er achter dat het publiek aldaar weinig interesse in progressieve jazz had. Hij was letterlijk gestrand aan de westkust van Californië, toen hij een optreden van blues gitarist Pee Wee Crayton meemaakte. Baker vertelt het volgende van die ontmoeting:
" Ik vroeg Pee Wee, 'Je bedoelt dat jij geld verdient door die muziek op gitaar te spelen?' Want Pee Wee reed in een grote witte Eldorado en had een grote bus voor zijn begeleidingsband. Dus toen begon ik de snaren op een andere manier aan te pakken. Ik leed honger en blues spelen was op dat moment in elk geval een financiële verbetering voor me." Hij kreeg een aantal optredens in Richmond, California en verdiende hiermee voldoende om naar New York terug te keren. Terug aan de oostkust begon Mickey Baker met opnamen voor Savoy, King en het toen jonge label Atlantic Records. Hij deed sessiewerk bij The Drifters, Ray Charles, Ivory Joe Hunter, Ruth Brown, Big Joe Turner, Louis Jordan, Coleman Hawkins en diverse andere artiesten. Andere studiomusici gedurende deze sessies waren Paramour Crampton of Connie Kay(van het latere MJQ) op drums, Sam "The Man" Taylor op tenorsax en Lloyd Trotman op bas. Geïnspireerd door het succes van Les Paul & Mary Ford formeerde hij met zangeres Sylvia Robinson een duo, Mickey & Sylvia. Sylvia was een van zijn gitaarstudenten. In 1956 hadden de twee een hitsingle met "Love Is Strange".

Eind vijftiger jaren eindigden de gezamelijke optredens van het duo. Wel bleven de twee tot het midden van de zestiger jaren van tijd tot tijd platen maken.Rond deze tijd verhuisde Mickey Baker naar Frankrijk. Daar maakte hij enkele soloplaten en werkte met diverse franse rockgroepen -en artiesten, zoals Ronnie Bird en Chantal Goya. Ook maakte hij platen met Champion Jack Dupree en Memphis Slim en maakte korte toernees met passerende jazzmusici uit de Verenigde Staten zoals Coleman Hawkins.
In 1999 ontving Mickey Baker de Pioneer Award from the Rhythm and Blues Foundation en in 2003, stond hij als no.53 op de lijst van The Rolling Stone's "100 Greatest Guitarists of All Time".

Zijn gitaar is te horen op:
"Money Honey" - Clyde McPhatter with The Drifters, 1953
"(Mama) He Treats Your Daughter Mean" - Ruth Brown[2] 1953
"Shake, Rattle and Roll" - Big Joe Turner, 1954
"Need Your Love So Bad" - Little Willie John,[10] 1955
"Whole Lotta Shakin' Goin On" - Big Maybelle, 1955
"Love is Strange" - Mickey & Sylvia, 1956
"Caldonia", - Louis Jordan, 1956
"It's Gonna Work Out Fine" - Ike & Tina Turner, 1961

Platen onder eigen naam zijn:
Wildest Guitar (1959)
But Wild (1963)
Mississippi Delta Dues (1973)
Take A Look Inside (1973)
The Legendary Mickey Baker (1992)

Eind zeventiger jaren was er in Europa veel interesse voor de oudere, acoustische, vormen van de blues. Als een response op deze interesse bracht Baker in 1973 de plaat Mississippi Delta Dues uit, samen met gitarist Stefan Grossman. Voor de authentieke bluesnummers schreef Baker strijkersarrangememten, waarvan sommigen tamelijk concentioneel klonken, maar andere refereerden aan het werk van Krzysztof Penderecki en Iannis Xenakis. De plaat mocht niet op veel waardering rekenen. De kennis en inzicht die uit de arrangememten spraken had Baker opgedaan tijdens lessen in muziektheorie en compositie van niet minder dan Inannis Xenakis een van de grootste avant-garde componiosten van de tweede helft van de twintigste eeuw. Mickey Baker experimenteerde verder op de kennis die hij van deze lessen en die van andere leraren had opgedaan. Zo kwam hij ook uit op klassieke muziek. Hij schreef een serie fuga's voor gitaar en schreef een symfonische suite voor orkest en gitaar 'The Blues Suite.'

Een leven vol muzikale hoogtepunten? Nee, maar wel een rijkgeschakeerd muzikaal leven en inhoudelijke bijdragen op de achtergrond die zowel jazz, rhythm & blues als rock mede hebben bepaald. Voor de mens Mickey Baker is muziek datgene geweest dat hem in de loop der jaren ver boven zichzelf heeft uitgetild.

Bijdrage: C.P. Vincentius

Reacties

Populaire posts van deze blog

Victor Kaihatu 1939 - 2014

Victor Kaihatu, een van de bekendste contrabassisten in Nederland is begin mei van dit jaar overleden. Hij werd in 1939 in Java geboren en was een van de Indische Nederlanders, zoals b.v. de gebroeders Pronk, die de bebop een warm hart toedroegen. Hij was van Molukse afkomst. In het begin van zijn carrière, begin jaren zestig, vormde hij samen met zijn broer Ferry de indorockformatie The Emeralds, waar de broers een aantal hits, zoals 'Memories' mee scoorden. Ook zal zijn naam verbonden blijven aan het krontjong ensemble, dat hij jarenlang leidde. Victor Kaihatu heeft bij een groot aantal uiteenlopende jazzformaties gespeeld. Vanaf begin jaren zestig tot midden jaren zeventig was hett vooral avant-gardejazz wat de klok sloeg. Zo maakte hij in de loop der jaren deel uit van de combo's van Nedley Elstak en Pierre Courbois en speelde hij later vier jaar bij Loek Dikker en bij het Willem Breuker kwartet. Het Misha Mengelberg kwartet ( met naast Mengelberg Piet Noordijk, Han B

CD: Mark Wade Trio - Event Horizon

Hoewel al twintig jaar actief, nu pas is er het debuutalbum van Mark Wade. Het was het wachten waard! Het album Event Horizon van het Mark Wade Trio is een genot om naar te luisteren. Basis Mark Wade, drummer Scott Neuman en pianist Tim Harrison hebben een puik album afgeleverd. De ritme sectie gidst je strak en soms verrassend door het album met op en top jazz melodielijnen van de piano. De ervaring van Wade spat er van af, eerder was hij actief voor gelouterde jazzmuzikanten als James Spaulding, Peter Eldridge en Don Byron. Het in eigen beheer uitgebrachte album bevat naast de cover 'If I only had a brain' nog acht eigen composities van Wade. Luister hier naar een aantal nummers van de cd of kijk voor meer informatie op: www.markwademusicny.com

Charlie Parker, 12 maart 1955

Het is 60 jaar geleden dat Charlie Parker overleed, na een leven vol van fantastische, vernieuwende muziek, maar ook van excessen.   Het was te laat, toen dokter Robert Freymann op de avond van 12 maart 1955 naar het luxueuze Stanhope Hotel in New York werd geroepen. De patiënt was al overleden. In een fauteuil voor het televisietoestel lag Charlie 'Bird' Parker. De doodstrijd van de saxofonist had drie dagen geduurd. Al die tijd lag hij in het appartement van de rijke Baronesse de Koenigswarter. Bij aankomst kon de arts alleen de dood constateren en  de lijkwagen oproepen. In het laatste maanden voor zijn overlijden was Parker lichamelijk een wrak. Alcohol, heroïne en pepmiddelen hadden hun tol geëist.  In de pathologische afdeling van het ziekenhuis schatte men zijn leeftijd tussen 50 en 60 jaar. Feitelijk werd Parker slechts 34 jaar. Zijn excessieve levensstijl had hem gesloopt. Anderzijds had juist zijn extreme stijl van musiceren hem tot een van de topmusic