Frank Wess was een groot musicus,
tenorsaxofonist en fluitist. Hij was er
een van de oude school in de jazz, de school waar een gevoel voor
hartverwarmende swing het belangrijkste was. 'Wanneer je de maat met je voet niet kunt
meetikken of er niet op kunt dansen, kun je net zo goed taxichauffeur worden,
vertelde hij in een interview in 2005. 'Want daar alleen gaat het om.' De bittere ironie van deze uitspraak ligt
in het gegeven, dat Frank Wess op 30 oktober 2013 in een taxi stierf, terwijl
hij op weg was naar de nierdialyse. Hij werd 91 jaar.
De bigband van Count Basie was een van de
weinige orkesten die vanaf het begin van de dertiger jaren vorige eeuw tot in
de zeventiger jaren jazz van hoge kwaliteit leverde. Veel van dat succes was
terug te voeren op de grote talenten, zangers, instrumentalisten en arrangeurs
die deel uitmaakten van de Count Basie. Frank Wess was degene die de
saxofoonsectie van de Basieband in de jaren vijftig en zestig leidde. Daarnaast
was hij een pionier. Hij was een van de eerste die de dwarsfluit een duidelijke
plaats in het jazzgebeuren gaf. Frank Wellington Wess werd op 4 januari 1922 in
Kansas City geboren en leefde tot zijn
dertiende levensjaar in Sapulpa, Oklahoma. Zijn vader was hoofdonderwijzer. Het
was zijn moeder die Frank aanmoedigde om muziek te gaan studeren. Ze nam hem
mee naar concerten van de klassieke tenor Roland Hayes en naar de blueszangere
Ida Cox. Toen Wess tien jaar werd, kreeg hij zijn eerste saxofoon.
Frank Wess begon zijn loopbaan in Washington,
toen hij in 1935 naar die stad verhuisde. Hij stopte tijdelijk met spelen, tot
hij een groep studenten hoorde jammen tijdens de lunch op Dunbar high School.
Een van die studenten was Billy Taylor. Taylor switchte van saxofoon naar piano
toen hij Frank Wess hoorde spelen. 'Wess was toen nog een tiener, maar hij was
al een opmerkelijke solist, volgens Eaylor in een intervieuw in 2008. Zowel
Billy Taylor als Frank Wess studeerden in Washington bij Henry Grant, dezelfde
leraar die zoveel invloed had op de jonge Duke Ellington. In zijn jonge jaren
studeerde Frank Wess klassieke muziek. Zijn ervaring met jazz deed hij op in de
nachtclubs van Washington, zoals de Club Bali, Republic Gardens, Crystal
Caverns en Club Bengasi.
'Jazz moest je op straat leren. Speelde je
jazz op het conservatorium, dan werd je er uit gegooid.' Zijn grote voorbeeld in die jaren was
tenosaxofonist Lester Young.
De eerste professionele band van enige
importantie was de formatie van Blanche Calloway, zuster van de bekende
bandleider Cab Calloway. Daarnaast bleef Wess studeren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaf hij- als
twintigjarige- leiding aan een zeventienkoppig legerorkest- The 5th Armyband- die
voor de troepen optrad. Ook was hij soloklarinettist in deze formatie. "We werden in 1942 naar Afrika
gestuurd,'' herinnerde hij zich in een interview in 2005. "Toen we daar
aankwamen was ons eerste optreden voor de Amerikanen, de Duitsers en de
Engelsen. Kun je je het voorstellen? Ze dansten allemaal samen."
Zijn loopbaan kreeg verder vorm bij de
bigband van zanger Billy Eckstine in het midden van de veertiger jaren, een
bigband die toentertijd talenten als zangeres Sarah Vaughan, de trompettisten
Dizzy Gillespie, Miles Davis en Fats Navarro, saxofonisten Charlie Parker en
Dexter Gordon plus drummer Art Blakey in haar gelederen had. Na de band van
Billy Eckstine vestigde Wess zich in Washington in 1949. Ondertussen speelde
hij bij de bands van Lucky Millinder, Eddie Heywood
en de rhytm and blues formatie van Bull
Moose Jackson. Met behulp van de G.I. Bill, die hij van zijn militaire dienst
periode overhield, studeerde fluit bij Wallace Mann van het Nationaal Symfonie
Orkest en rond zijn conservatoriumstudie af. Toen begon Count Basie te bellen en wist
Wess geleidelijk over te halen om in 1953 tot diens bigband toe te treden. Frank Wess trad toe tot een versie vande
Count Basie band die The New Testament
versie van de Basieband werd genoemd. Wess recruteerde toptalenten zoals
trompettist/arrangeur Thad Jones, saxofonist Eric Dixon, bassist Eddie Jones en
trombonist Bill Hughes voor de band. Het was de naoorlogse versie van de Count
Basie band, met als hoogtepunt de plaat
'The Atomic Mr. Basie uit 1957.
Het was Count Basie die Frank Wess
overhaalde om te soleren op de fluit. Zijn solo´s op fluit in ´Cute´en andere
nummers van de Basieband, gaven de band niet alleen een andere instrumentaal
geluid, maar hadden invloed op het hele jazzgebeuren in die periode. In zijn elf jaar bij de Count Basie bigband
leverde Wess bijdragen aan jazzklassiekers als “April in Paris” uit 1955 en
“Atomic Mr. Basie” uit 1957. Wess'
compositie Segue in C was jarenlang een
van de repertoirnummers. Een van de meest memorabale momenten van de band uit
die periode is de soepel swingende solo op “Corner Pocket”. Jarenlang speelde Frank
Wess samen met tenorsaxofonist Frank Foster. Foster zou later The Count Basie
band leiden, na de dood van Count Basie. Foster en Wess vormden een duo dat
complementair was, Frank Foster met zijn agressieve en door de bebop
geïnspireerde stijl, Frank Wess met zijn elegantere, lyrische en meer ontspannen
stijl. Zij bepaalden veel van het klankbeeld van de Basieband in de vijftiger
en zestiger jaren. Hun- vriendschappelijke-
tenorbattles waren zo bepalend voor de optredens van de Basieband dat
deze arrangeur/componist Neal Hefti inspireerden tot "Two Franks".
Frank Wess verliet Count Basie in 1964 en verhuisde naar New
York, waar hij werk vond bij de band van trompettist Clark Terry. Ook speelde
hij in New York Jazz Quartet, samen met pianist Roland Hanna. Daarnaast had hij
groepen onder eigen naam. deed hij veel
werk, o.a. The Sammy Davis Show en The Dick Cavett Show, in opnamestudio's en
in begeleidingsorkesten van Broadwayshows. In 1980 formeerde hij met Frank
Foster een kwintet, Two Franks, dat meer dan twintig jaar samen speelde.
Daarnaast leidde Wess een big band met veel bekenden uit de Basie band, zoals
trompettist Harry Edison, trombonist Benny Powell en saxofonist Billy Mitchell.
Met deze bigband toerde hij o.m. door Japan. Als begeleider werd hij gevraagd
voor Sarah Vaughan, Frank Sinatra en Anita O'Day. In de tachtiger jaren werkte
hij regelmatig met de Toshiko Akayoshi big band en een band die het repertoire
van Tadd Dameron speelde, Dameronia. Hij bracht verscheidene platen onder eigen
naam uit, de laatste Magic 101 in 2013, samen met pianist Kenny Barron. "Rustig gaan leven? Hoezo? Ik heb mijn hele leven nooit iets anders
gedaan, "verklaarde hij in een interview.
Bijdrage: C.P. Vincentius
Reacties
Een reactie posten