John Blake Jr, jazzviolist overleed 15 augustus 2014 in Philadelphia aan huidkanker. Hij werd 67 jaar. Blake combineerde een degelijke klassieke techniek met de expressiviteit van de Afrikaaan- Amerikaanse spirituals, volksmuziek en blues. In zijn muziek stonden energie en helderheid voorop. Stilistisch lagen zijn voorkeuren meestal bij post-bop en jazz-funk.
Na een relatief lange periode na zijn klassieke opleiding vond hij zijn weg in de jazz. Hij speelde op platen van Archie Shepp, Grover Washington Jr en pianist McCoy Tyner. Daarnaast gaf Blake les onder meer aan Jeremy Kittel van het Turtle Island Quartet en Sara Caswell van de band van Esperanza Spalding en produceerde hij platen, onder meer voor zijn meest prominente leerlinge: violiste Regina Carter. Blake produceerde haar album uit 2010, 'Reverse Thread'. John Blake werd op 3 juli 1947 in Philadelphia geboren. Hij begon met vioollessen toen hij 9 jaar werd. Later volgden lessen piano en viool aan de Settlement Music School. Hij studeerde in 1969 muziek aan de universiteit van West Virginia. Pas daarna verlegde hij zijn interesse richting jazz. Ook volgde hij een postacademische opleiding in Montreux, Switzerland, waarbij hij bijzondere aandacht voor de muziek van Oost-India aan de dag legde.
Toen hij terugkeerde naar zijn geboortestad Philadelphia volgde hij privélessen in improvisatie en harmonie en voorzag hij zich in zijn levensonderhoud door muzieklessen op scholen en in gevangenissen te geven. Blake pakte elke optreden wat hij kon krijgen, of het nu orkesten, showbands of rhythm and bluesbands waren, hetzij in Philadelphia hetzij in Atlantic City. Scholen, kerken, buurthuizen of kroegen in de buurt, zoals de beruchte Booty Butt Bar, overal trad hij op. Die optredens leverden vaak niet meer dan 15 of 25 dollar per nacht op, maar verschaften Blake daarnaast muzikale ervaringen die voor weinig andere violisten was weggelegd. Hij had een uitgesproken voorliefde voor optreden: 'Er gaat niets boven een optreden. Je kunt het nooit volledig repeteren. Veel van mijn ervaring is terug te voeren op het maken van fouten, maar ook op het geluk om met mensen samen te spelen die me de ruimte gaven om desnoods fouten te maken.'
Al vroeg in zijn loopbaan werkte Blake samen met avant-garde saxophonist Archie Shepp en leverde zijn bijdragen op de albums 'The Cry of My People' en 'Attica Blues.' Hij kreeg meer bekendheid door te spelen bij de diverse formaties van saxofonist Grover Washington Jr. en pianist McCoy Tyner. Beide musici speelden later op de albums die Blake onder eigen naam het licht deed zien. Mc Coy Tyner stimuleerde Blake om composities te gaan schrijven. Op het album 'Horizon' van het Mc Coy Tyner septet leverde Blake, naast zijn bijdragen als solist ook de composities 'Motherland' and 'Woman of Tomorrow. Zelf bracht Blake het tot vijf albums op het Gramavision label, met als eersteling 'Maiden Dance' in 1984. De meest opmerkelijke album onder eigen naam was 'Rhythm and Blue' uit 1986 met de Europese violisten Michael Urbaniak en Didier Lockwood.
Zijn meest recente plaat kwam uit in 2010. 'Motherless Child' is een plaat met liederen en spirituals die hij arrangeerde voor zijn kwartet en Afro Blue, het vocaal ensemble van de Howard Universiteit. Bij deze opnamen is onder meer een instrumentele versie van de traditionele spiritual 'City Called Heaven,' met een indrukwekkende prelude vooor viool solo. Erkenning vanuit de jazzwereld volgde. In de tachtiger jaren werd John Blake vier maal winnaar van de DownBeat Critics’ Poll in de categorie 'Violinist Deserving Wider Recognition.' Die aanbeveling heeft hij in de jaren die volgden meer dan waar gemaakt.
Bijdrage: C.P. Vincentius
Na een relatief lange periode na zijn klassieke opleiding vond hij zijn weg in de jazz. Hij speelde op platen van Archie Shepp, Grover Washington Jr en pianist McCoy Tyner. Daarnaast gaf Blake les onder meer aan Jeremy Kittel van het Turtle Island Quartet en Sara Caswell van de band van Esperanza Spalding en produceerde hij platen, onder meer voor zijn meest prominente leerlinge: violiste Regina Carter. Blake produceerde haar album uit 2010, 'Reverse Thread'. John Blake werd op 3 juli 1947 in Philadelphia geboren. Hij begon met vioollessen toen hij 9 jaar werd. Later volgden lessen piano en viool aan de Settlement Music School. Hij studeerde in 1969 muziek aan de universiteit van West Virginia. Pas daarna verlegde hij zijn interesse richting jazz. Ook volgde hij een postacademische opleiding in Montreux, Switzerland, waarbij hij bijzondere aandacht voor de muziek van Oost-India aan de dag legde.
Toen hij terugkeerde naar zijn geboortestad Philadelphia volgde hij privélessen in improvisatie en harmonie en voorzag hij zich in zijn levensonderhoud door muzieklessen op scholen en in gevangenissen te geven. Blake pakte elke optreden wat hij kon krijgen, of het nu orkesten, showbands of rhythm and bluesbands waren, hetzij in Philadelphia hetzij in Atlantic City. Scholen, kerken, buurthuizen of kroegen in de buurt, zoals de beruchte Booty Butt Bar, overal trad hij op. Die optredens leverden vaak niet meer dan 15 of 25 dollar per nacht op, maar verschaften Blake daarnaast muzikale ervaringen die voor weinig andere violisten was weggelegd. Hij had een uitgesproken voorliefde voor optreden: 'Er gaat niets boven een optreden. Je kunt het nooit volledig repeteren. Veel van mijn ervaring is terug te voeren op het maken van fouten, maar ook op het geluk om met mensen samen te spelen die me de ruimte gaven om desnoods fouten te maken.'
Al vroeg in zijn loopbaan werkte Blake samen met avant-garde saxophonist Archie Shepp en leverde zijn bijdragen op de albums 'The Cry of My People' en 'Attica Blues.' Hij kreeg meer bekendheid door te spelen bij de diverse formaties van saxofonist Grover Washington Jr. en pianist McCoy Tyner. Beide musici speelden later op de albums die Blake onder eigen naam het licht deed zien. Mc Coy Tyner stimuleerde Blake om composities te gaan schrijven. Op het album 'Horizon' van het Mc Coy Tyner septet leverde Blake, naast zijn bijdragen als solist ook de composities 'Motherland' and 'Woman of Tomorrow. Zelf bracht Blake het tot vijf albums op het Gramavision label, met als eersteling 'Maiden Dance' in 1984. De meest opmerkelijke album onder eigen naam was 'Rhythm and Blue' uit 1986 met de Europese violisten Michael Urbaniak en Didier Lockwood.
Zijn meest recente plaat kwam uit in 2010. 'Motherless Child' is een plaat met liederen en spirituals die hij arrangeerde voor zijn kwartet en Afro Blue, het vocaal ensemble van de Howard Universiteit. Bij deze opnamen is onder meer een instrumentele versie van de traditionele spiritual 'City Called Heaven,' met een indrukwekkende prelude vooor viool solo. Erkenning vanuit de jazzwereld volgde. In de tachtiger jaren werd John Blake vier maal winnaar van de DownBeat Critics’ Poll in de categorie 'Violinist Deserving Wider Recognition.' Die aanbeveling heeft hij in de jaren die volgden meer dan waar gemaakt.
Bijdrage: C.P. Vincentius
Reacties
Een reactie posten