Doorgaan naar hoofdcontent

Eddie Bert 1922 - 2012


Eddie Bert, een jazztrombonist wiens virtuositeit en muzikale flexabiliteit hem veroorloofden om even gemakkelijk met Benny Goodman, Charles Mingus of Thelonius Monk te spelen, is op negentigjarige leeftijd in zijn huis in Danbury, Connecticut, overleden. Zijn overlijden op 28 september 2012 werd door zijn dochter Laura Csatay bekend gemaakt. Eddie Bert, volgens zijn geboortecertificaat Edward Joseph Bertolatus, werd op 16 mei 1922 in Yonkers geboren. Vader, Edward Bertolatus, was een telefoonmonteur. Zijn eerste lessen kreeg Bert als teenager van Bennie Morton, trombonist bij de Count Basie big band. Spoedig daarop begon zijn loopbaan als beroeps. Zijn eerste engagement van betekenis was bij Red Norvo in 1942.



















Eddie Bert was een allrounder. Hij speelde van 1961 tot 1986 in theaterorkesten tijdens de opvoeringen van de  “Bye Bye Birdie,” “How to Succeed in Business Without Really Trying,” “Ain’t Misbehavin’ ”, naast andere succesvolle musicals in de zestiger, zeventiger en tachtiger jaren. Hij liet zijn trombone klinken in talloze radio -en teleivisiecommercials en maakte deel uit van het Bobby Rosenberg orkest in de Dick Cavett’s TVshow van 1968 tot 1972. Maar dat was broodwinning. Allereerst was hij jazzmusicus en werd hij ook als zodanig door vakgenoten en medejazzmusici erkend. Hij gold als een van de groten op de trombone. 'Glasheldere, sterk opgebouwde melodische lijnen, die een basis in de blues hebben en vorm krijgen in een swing zonder haast.' Zo werd het spel van Eddie Bert beschreven in een beschouwing over het optreden van diens jazzkwintet in 1989.

De eerste maal dat hij als solist indruk maakte en die indruk ook aan het schellak werd toevertrouwd was gedurende Stan Kenton's West-to-East tour in december 1947, tijdens June Christy's versie van How High the Moon.
Eddie Bert maakte meer dan  een dozijn platen onder zijn eigen naam, maar genoot grotere bekendheid door zijn bijdragen op andermans platen. Die lijst is indrukwekkend, niet alleen vanwege het aantal, maar zeker ook vanwege het belang van de opnamen voor de jazzgeschiedenis. Na het orkest van Red Norvo volgden al snel de big bands van Charlie Barnett, Benny Goodman, Elliot Lawrence, Stan Kenton, Woody Herman, Manny Albam en vele anderen. In 1948 en 1949 maakte hij deel uit van formaties van Benny Goodman en Artie Shaw, welke zich toentertijd aan de bebop waagden.
Maar Bert's bijdragen ging verder dan het solowerk en sectiewerk voor de grote big bands. Zo siert zijn naam ook de line-up van Gigi Gryce's Nonet, op de lp Nica's Tempo uit 1955, die van The Charles Mingus Quintet & Max Roach live at the Bohemia, 1955 plus die van Charles Mingus—Town Hall Concert, 1962.

Hoogtepunt in het werk van en met andere grootheden is Bert's bijdrage aan het tienmansorkest dat in 1959 door pianist en componist Thelonious Monk in de Town Hall te New York werd geleid. Het was voor het eerst dat de harmonische complexe composities van Monk waren gearrangeerd voor een groter ensemble. Een dergelijk optreden werd in 1963 herhaald in de
Philharmonic Hall.

Eddie Bert  versterkte enige jaren de kopersectie van de Thad Jones-Mel Lewis Jazz Big band. Het vaste optreden van deze band op maandagavond in de Village Vanguard deed in de late zestiger jaren de big-bandtraditie
herleven. Ook werkte hij bij de New York Jazz Repertory Company in de zeventiger jaren en bij het American Jazz Orchestra in de tachtiger en negentiger jaren. Beide big bands hielden het repertoire van de gehele jazzgeschiedenis in ere en in leven. Hij bleef studeren en haalde in de vijftiger jaren zijn bachelor’s en master’s degrees bij de Manhattan School of Music. In 1996 werd hij assistent professor aan de Western Connecticut State University en gaf hij masterclasses op de Danbury High School. Eddie Bert bleef optreden tot verleden jaar en kon terugzien op een leven dat meer dan zeventig jaar voornamelijk uit muziek had bestaan.

Bijdrage: C.P. Vincentius

Reacties

Populaire posts van deze blog

CD: Mark Wade Trio - Event Horizon

Hoewel al twintig jaar actief, nu pas is er het debuutalbum van Mark Wade. Het was het wachten waard! Het album Event Horizon van het Mark Wade Trio is een genot om naar te luisteren. Basis Mark Wade, drummer Scott Neuman en pianist Tim Harrison hebben een puik album afgeleverd. De ritme sectie gidst je strak en soms verrassend door het album met op en top jazz melodielijnen van de piano. De ervaring van Wade spat er van af, eerder was hij actief voor gelouterde jazzmuzikanten als James Spaulding, Peter Eldridge en Don Byron. Het in eigen beheer uitgebrachte album bevat naast de cover 'If I only had a brain' nog acht eigen composities van Wade. Luister hier naar een aantal nummers van de cd of kijk voor meer informatie op: www.markwademusicny.com

Victor Kaihatu 1939 - 2014

Victor Kaihatu, een van de bekendste contrabassisten in Nederland is begin mei van dit jaar overleden. Hij werd in 1939 in Java geboren en was een van de Indische Nederlanders, zoals b.v. de gebroeders Pronk, die de bebop een warm hart toedroegen. Hij was van Molukse afkomst. In het begin van zijn carrière, begin jaren zestig, vormde hij samen met zijn broer Ferry de indorockformatie The Emeralds, waar de broers een aantal hits, zoals 'Memories' mee scoorden. Ook zal zijn naam verbonden blijven aan het krontjong ensemble, dat hij jarenlang leidde. Victor Kaihatu heeft bij een groot aantal uiteenlopende jazzformaties gespeeld. Vanaf begin jaren zestig tot midden jaren zeventig was hett vooral avant-gardejazz wat de klok sloeg. Zo maakte hij in de loop der jaren deel uit van de combo's van Nedley Elstak en Pierre Courbois en speelde hij later vier jaar bij Loek Dikker en bij het Willem Breuker kwartet. Het Misha Mengelberg kwartet ( met naast Mengelberg Piet Noordijk, Han B

Charlie Parker, 12 maart 1955

Het is 60 jaar geleden dat Charlie Parker overleed, na een leven vol van fantastische, vernieuwende muziek, maar ook van excessen.   Het was te laat, toen dokter Robert Freymann op de avond van 12 maart 1955 naar het luxueuze Stanhope Hotel in New York werd geroepen. De patiënt was al overleden. In een fauteuil voor het televisietoestel lag Charlie 'Bird' Parker. De doodstrijd van de saxofonist had drie dagen geduurd. Al die tijd lag hij in het appartement van de rijke Baronesse de Koenigswarter. Bij aankomst kon de arts alleen de dood constateren en  de lijkwagen oproepen. In het laatste maanden voor zijn overlijden was Parker lichamelijk een wrak. Alcohol, heroïne en pepmiddelen hadden hun tol geëist.  In de pathologische afdeling van het ziekenhuis schatte men zijn leeftijd tussen 50 en 60 jaar. Feitelijk werd Parker slechts 34 jaar. Zijn excessieve levensstijl had hem gesloopt. Anderzijds had juist zijn extreme stijl van musiceren hem tot een van de topmusic