Op dinsdag 26 juli 2011 overleed op 82-jarige leeftijd Frank Foster in zijn huis in Chesapeake, Virginia, na problemen met zijn nieren. Foster is vooral bekend geworden door zijn werk als tenorsaxofonist en fluitist bij Count Basie. Ook heeft hij zijn hele muzikale leven door gecomponeerd en gearrangeerd. Bij het publiek in Nederland was hij jarenlang bekend. Hij schreef en arrangeerde Splanky, gedurende een lange periode de herkenningstune van het actualiteitenprogramma Brandpunt. Ook Shiny Stockings, jarenlang de herkenningstune van de Basieband, werd door Foster gearrangeerd. Na de eerste schreden op een muzikale loopbaan bij een dansorkest trad Foster in 1953 toe tot de gelederen van de Count Basie Band.
In 1984 overleed Count Basie. Aanvankelijk nam trompettist/arrangeur Thad Jones het leiderschap over. In 1986 nam Foster de leiding over, tot 1995. Hij betrad met deze formatie meermalen het podium op het North Sea Jazz Festival. Hoewel de Count Basiejaren uiterst vruchtbare jaren waren voor Foster én voor Basie, was Foster minstens zoveel een bebopper als een swinger.In 1954 maakte hij zijn eerste plaatopnamen in de formatie van Thelonius Monk. Hij maakte platen met Frank Wess, een Count Basie collega, maar ook met de formatie van Coltrane-slagwerker Elvin Jones (1970-1972)en met The Thad Jones- Mel Lewis Big Band(1972-1975). In 1985 toerde hij met de formatie van organist Jimmy Smith door Europa. Met Frank Wess toerde hij in 1996 langs de Nederlandse jazzpodia, begeleid door het Rein de Graaff trio. Hij liet zich tijdens deze optredens kennen als een tomeloze energiespeler met duidelijke Coltrane-invloeden. Het waren moordende optredens voor het begeleidende trio. In 1985 begon hij met drie nieuwe groepen: het kwartet/kwintet The Non-Electric Company, het 12-koppige Swing Plus en het 18-koppige The Loud Minority Big Band.
Foster ontving twee Grammy Awards, eentje voor zijn big band arrangement Deedles' Blues geschreven door Diane Schuur in 1987 en een tweede voor zijn arrangement van George Benson's compositie Basie’s Bag in 1988. Ook componeerde en arrangeerde hij stukken voor onder meer het Metropole Orkest, The Carnegie Hall Jazz Ensemble en het Lincoln Center Jazz Orchestra onder leiding van Wynton Marsalis. Op twee platen van Frank Sinatra, te weten, Mack the Knife en L.A. Is My Lady was Foster de muzikale leider.In 2002 ontving de Amerikaanse musicus de NEA Jazz Masters Award, de hoogste eer die een jazzmuzikant zich kan wensen. Hoewel hij in 2001 door een beroerte werd getroffen die hem verder spelen onmogelijk maakte, bleef hij tot het einde doorgaan met componeren en arrangeren.
Bijdrage C.P. Vincentius
In 1984 overleed Count Basie. Aanvankelijk nam trompettist/arrangeur Thad Jones het leiderschap over. In 1986 nam Foster de leiding over, tot 1995. Hij betrad met deze formatie meermalen het podium op het North Sea Jazz Festival. Hoewel de Count Basiejaren uiterst vruchtbare jaren waren voor Foster én voor Basie, was Foster minstens zoveel een bebopper als een swinger.In 1954 maakte hij zijn eerste plaatopnamen in de formatie van Thelonius Monk. Hij maakte platen met Frank Wess, een Count Basie collega, maar ook met de formatie van Coltrane-slagwerker Elvin Jones (1970-1972)en met The Thad Jones- Mel Lewis Big Band(1972-1975). In 1985 toerde hij met de formatie van organist Jimmy Smith door Europa. Met Frank Wess toerde hij in 1996 langs de Nederlandse jazzpodia, begeleid door het Rein de Graaff trio. Hij liet zich tijdens deze optredens kennen als een tomeloze energiespeler met duidelijke Coltrane-invloeden. Het waren moordende optredens voor het begeleidende trio. In 1985 begon hij met drie nieuwe groepen: het kwartet/kwintet The Non-Electric Company, het 12-koppige Swing Plus en het 18-koppige The Loud Minority Big Band.
Foster ontving twee Grammy Awards, eentje voor zijn big band arrangement Deedles' Blues geschreven door Diane Schuur in 1987 en een tweede voor zijn arrangement van George Benson's compositie Basie’s Bag in 1988. Ook componeerde en arrangeerde hij stukken voor onder meer het Metropole Orkest, The Carnegie Hall Jazz Ensemble en het Lincoln Center Jazz Orchestra onder leiding van Wynton Marsalis. Op twee platen van Frank Sinatra, te weten, Mack the Knife en L.A. Is My Lady was Foster de muzikale leider.In 2002 ontving de Amerikaanse musicus de NEA Jazz Masters Award, de hoogste eer die een jazzmuzikant zich kan wensen. Hoewel hij in 2001 door een beroerte werd getroffen die hem verder spelen onmogelijk maakte, bleef hij tot het einde doorgaan met componeren en arrangeren.
Bijdrage C.P. Vincentius
Reacties
Een reactie posten